All Categories
Featured
Table of Contents
In geval van metastasen kan palliatieve chemo overwogen worden. Volgens het boek van “De Vries”Epidemiologie, pathologie en algemeen:Het multipel myeloom wordt ook wel de ziekte van Kahler genoemd. hond palliatieve zorg. Het is een ziekte van ouderen (mannen krijgen het iets vaker). De mediane leeftijd is 65 jaar. Het aantal nieuwe patiënten is ongeveer 700 per jaar, de incidentie is ruim 4/100000 inwoners
Behandeling:Initiële behandeling → er is geen curatieve optie voor het multipel myeloom. De huidige intensieve chemotherapieschema’s blijken echter wel levensverlengend te werken. Thuisverpleging Assenede. bijzondere beroepstitel palliatieve zorg. Er wordt polychemotherapiekuren + corticosteroïden, gevolgd door hoge dosis melfalan en autologe stamceltransplantatie gegeven aan patiënten jonger dan 65 jaar. Blijkt er een HLA-identieke familiedonor aanwezig te zijn, dan kan overwogen worden nog een allogene stamceltransplantatie te laten plaats vinden
De radiotherapie op pijnlijke bothaarden blijkt bij velen goed te werken. Behandeling bij progressie dan wel recidieven → iedereen zal vroeg of laat voor tweedelijnsbehandeling in aanmerking komen. Er wordt monotherapie of combinaties met cyclofosfamide, hoge dosis corticosteroïden en thalidomide toegepast. Het osteosarcoom is een kwaadaardige bottumor uitgaande van het bot.
Skeletscintigrafie (botscan) is een gevoelige methode voor het vaststellen van skeletafwijkingen die een verhoogde metabole activiteit hebben. Deze botafwijkingen kunnen duiden op een fractuur, een ontsteking of een metastase. Anders gezegd, de sensitiviteit van een botscan is groot, de specificiteit echter gering (mondgel palliatieve zorg). Er moet dus vervolgdiagnostiek plaatsvinden in de vorm van MRI- of CT-scan
CT-thorax en skeletscintigrafie voor het aantonen van metastasering. De behandeling van het merendeel van de primaire benigne bottumoren is óf chirurgisch óf expectatief (dat wil zeggen: in principe geen behandeling). Radiotherapie komt bij benigne afwijkingen zelden in aanmerking. Bij een marginale excisie - uitpellen net om de reactieve wand van de tumor heen - kan in die wand ingegroeid tumorweefsel achterblijven.
Toch blijkt een dergelijke behandeling bij veel benigne afwijkingen voldoende te zijn, zeker wanneer ze gecombineerd wordt met lokale adjuvante therapie, zoals fenolapplicatie of cryochirurgie (beleid palliatieve zorg). Door het inspuiten van vloeibare stikstof wordt beperkte necrose van de wand en van de directe omgeving van de tumor verkregen, waardoor de kans op een lokaal recidief sterk wordt verminderd
Ontstaat er toch een recidief, dan zal een ruimere reoperatie moeten worden uitgevoerd. Bij de meeste sarcromen van het skelet zonder aantoonbare metastasen is een radicale oncologisch adequate verwijdering van de tumor geïnduceerd. Dit betekent dat de tumor in een blok met een ruime bedekking van gezond weefsel moet worden weggenomen.
Ewing sarcoom: komt vooral voor bij jonge patiënten, meestal in het eerste en tweede levensdecennium. congres palliatieve zorg 2016. Osteosarcoom: komt voor op alle leeftijden, maar met een duidelijke voorkeur voor de adolescentie (bij voorkeur bij kinderen en jonge adolescenten).Chondrosarcoom: komt zeer zelden voor onder het tiende levensjaar; de incidentie is zeer gelijkmatig verdeeld over de andere leeftijdsgroepen
Maar kan ook veel nieuw gevormd bot tonen doordat de tumor zijn omgeving tot reactieve botvorming aanzet - opleiding palliatieve zorg wemmel. Door heterogeniteit binnen een tumor kunnen er binnen deze tumor meerdere gradaties (maten van maligniteit) van de tumor voorkomen. Terwijl deze tumor groeit ontstaat er heterogeniteit qua structuur en qua functie door de genetische instabiliteit van tumorcellen
Heterogeniteit binnen een tumor is dus lastig omdat de verschillende cellen verschillend reageren op een behandeling. Tijdens het groeiproces raken tumoren gevasculariseerd en worden op deze manier van bloed en dus zuurstof en voedingstoffen voorzien. Tumorcellen die meer dan 150 μm van een capillair verwijderd liggen zijn relatief hypoxisch wordt het effect van radiotherapie sterk verminderd.
Tumorcellen die dus verder verwijderd zijn van bloedvaten zijn dus minder gevoelig voor chemo- en radiotherapie, waardoor zij na behandeling kunnen overleven en weer uit kunnen groeien tot een grotere tumor. Monoclonale antilichamen hebben verschillende betekenissen voor de behandeling van tumoren - palliatieve zorg gasthuisberg. Één daarvan is dat ze toxinen of radioisotopen naar de tumor toe kunnen brengen als carrier molecuul
Ook kunnen ze bij een B-cel lymfoide maligniteit als directe behandeling worden ingezet. Brachytherapie is inwendige radiotherapie. Hierbij worden radioactieve bronnen gebruikt die aan de oppervlakte van de bron een hoge dosis straling afgeven. Hierbij is er geen belasting van de huid, het omliggende weefsel kan maximaal gespaard worden en de straling kan continu of in twee fracties gegeven worden.
Toch kan het bij sommige aandoeningen erg effectief zijn:Hematologische maligniteitenKwaadaardige aandoeningen bij kinderenEnkele tumoren op volwassen leeftijd - palliatieve zorg genk. (testis en choriocarcinoom)Chemotherapie zorgt door middel van systemische geadministreerde medicatie voor directe schade van het DNA. Het doodt cellen door apoptose en necrose te veroorzaken in deze cellen. De medicatie is echter niet kankerspecifiek en daarom ook erg schadelijk voor normaal gezond weefsel
Prostaatcarcinoom: Hierbij worden medicijnen gebruikt die er voor zorgen dat er minder androgenen worden uitgescheiden. EndometriumcarcinoomDe drie manieren waarop een tumorproces middels een interventie beinvloedt kan worden zijn de volgende:Er zijn middelen die de productie van bepaalde hormonen kunnen beïnvloeden,Er zijn middelen die een competitief antagonisme aangaan met hormonen,Er zijn middelen die een cytostatisch effect hebben.
(dus volledige remissie) Dit gaat samen met het compleet verdwijnen van alle aantoonbare ziekten, zowel radiologisch als klinisch - technologie palliatieve zorg. Aan de andere kant kan de respons omschreven worden wanneer er meer dan 50% reductie is in de tumorgrootte. De term remissie wordt ook gebruikt wanneer er niet 100% curatie is, maar wel respons
Curatieve behandeling is behandeling die er op uit is om de patiënt volledig te genezen. Dit wordt uiteraard alleen nagestreefd wanneer dat ook mogelijk is. Bij een curatieve behandeling is het belangrijk om de toxiciteit van de behandeling mee te wegen: behandeling kan soms de kwaliteit van leven blijvend beïnvloeden.
Deze vorm van behandeling wordt ook wel supportive care genoemd. Voorbeelden hiervan zijn:Bloedtransfusies,De mondzorg bij bestraling van het hoofd-halsgebied,Het gebruik van anti-emetica bij cytostatische behandelingen,Sondevoeding tijdens de periode van behandeling. palliatieve terminale zorg thuis. Een tumorgerichte palliatieve behandeling is een behandeling die gericht is op het verlichten van klachten en/of de tijd van leven te verlengen
Hieronder valt onder anderen de symptoombehandeling en het praten met de patiënt en zijn of haar naasten om hen psychosociaal te begeleiden. Voor de tumorgerichte behandeling van een patiënt met een kwaadaardige ziekte komen drie tumorgerichte behandelmodaliteiten in aanmerking:chirurgieradiotherapiemedicamenteuze behandelingDeze behandelvormen kunnen afzonderlijk of in combinatie worden toegepast. Wat de belangrijkste behandelmodaliteit is, is afhankelijk van het type tumor dat behandeld dient te worden.
De oncologische chirurgie onderscheidt zich in een aantal opzichten van de niet-oncologische chirurgie:Oncologische chirurgie is door het biologische gedrag van tumoren in de regel uitgebreider (opleiding referentieverpleegkundige palliatieve zorg gent). De chirurg dient daarom kennis te hebben van:Tumorkarakteristieken en het biologische gedrag van tumorenDe mogelijkheid van chirurgie, radiotherapie en tumorgerichte systeemtherapie. Bij de behandeling moet de chirurg onder meer ook rekening houden met:Dat de primaire tumor lokaal verder doorgewoekerd kan zijn,Er kunnen micrometastasen aanwezig zijn in het regionale lymfekliergebied
Micrometastasen kunnen er voor zorgen dat aanvullende/ systemische behandeling noodzakelijk is. Iedere curatieve chirurgisch oncologische behandeling is gericht op het volledig verwijderen van de tumor en eventueel aanwezige lymfekliermetastasen. Daarnaast worden maatregelen genomen om de nadelige gevolgen van (eventuele) tumorspill te voorkomen of op te vangen. De meest voorkomende chirurgische mogelijkheden van een tumorgerichte behandeling zijn:Excisie met krappe marge (0,5-1 cm): goed gedifferentieerde, weinig infiltrerende maligne tumoren.
Het is mogelijk dat ondanks uitvoerig onderzoek een veronderstelde uitbreiding van een tumor niet aangetoond wordt, of dat dit alleen mogelijk zou kunnen gebeuren met een kostbare en tijdrovende methode (zzp palliatieve zorg). Het kan dan het eenvoudigst zijn te besluiten tot een exploratieve operatie. Wanneer men dan merkt dat operatieve behandeling noodzakelijk is dan kan dat meteen aansluitend aan de exploratieve operatie worden verricht
Tumoren en eventueel de regionale lymfeklierstations worden met een adequate marge gezond weefsel verwijderd. Littekens van bioptieen worden beschouwd als met tumorcellen besmet gebied en worden en-bloc met de tumor verwijderd. Tijdens een operatieve ingreep wordt het eventueel met tumorcellen besmette instrumentarium vervangen. Onnodig manipuleren van de tumor wordt zoveel mogelijk vermeden.
Om bij een solide tumor die beperkt is gebleven tot het locoregionale gebied tumorspill te voorkomen wordt, indien mogelijk, en excisie en-bloc uitgevoerd. Daarbij worden de primaire tumor en het regionale lymfekliergebied met al het tussenliggende weefsel in één geheel (‘en-bloc’) verwijderd (internationale dag van de palliatieve zorg). Met deze procedure wordt voorkomen dat door lymfevaten wordt gesneden
Dit komt omdat er misschien wel micrometastasen aanwezig kunnen zijn in het gebied. Wanneer er operatief wordt behandeld spreekt men van een electieve operatie. Het effect dat met bestraling behaald wordt komt doordat de ioniserende straling bij het passeren van weefsel energie af geeft. Deze energieafgifte veroorzaakt op moleculair niveau ionisaties die leiden tot DNA schade.
De eenheid van ioniserende straling is Gray (Gy). Thuisverpleging Heusden. De meest gevoelige cellen voor ioniserende straling zijn die cellen die het snelst delen. Hierbij moet je echter niet alleen aan de tumorcellen denken maar ook aan normale weefsels zoals de slijmvliezen en de huid. symposium palliatieve zorg 2023. Gezond weefsel kan zich beter herstellen van de ioniserende straling dan tumorweefsel
Het wordt bepaald door stralengevoeligheid van de tumor, de tolerantie van het omliggende gezonde weefsel en het tumorvolume. Het volume-effect: Dit betekent dat wanneer er meer gezond weefsel wordt getroffen, de tolerantie van dit weefsel afneemt. De fractionering: Dit betekent dat de totale bestralingsdosis die nodig is voor het vernietigen van de tumor niet in een keer wordt gegeven maar in fracties.
Hierdoor kan het zijn dat een behandelperiode een aantal weken kan duren. Het tumorvolume-effect: dit wil zeggen dat wanneer het tumorvolume groter is, een hogere bestralingsdosis nodig is om de tumor te vernietigen. Gezonde weefsels herstellen beter van de toegebrachte schade met radiotherapie (palliatieve zorg kortrijk ten oever). Het verschil in gevoeligheid van het omliggende gezonde weefsel en de tumor zou men de therapeutische breedte kunnen noemen
Bij uitwendige bestraling worden meerdere bundels uit verschillende posities gebruikt. Deze bundels treffen allemaal de tumor. Er worden meerdere bundels gebruikt doordat de schadelijke effecten dan minder zijn voor een bepaald deel van je lichaam maar worden uitgesmeerd over verschillende kleine delen (palliatieve zorg aalst). (Poliklinisch)Bij inwendige bestraling wordt gebruik gemaakt van radioactieve bronnen
Naarmate de afstand van de stralingsbron tot de tumor toeneemt, neemt het effect erg snel af - zorgplan palliatieve zorg voorbeeld. Deze behandeling heeft echter wel een aantal voordelen: De huid wordt niet belast, het omliggende weefsel kan maximaal bespaard worden en de bestraling is continu en kan in één of twee fracties worden afgegeven
De ernst is vaak voorspelbaar en medebepalend voor de indicatiestelling. Ze zijn meestal reversibel. De algemene bijwerkingen heten ook wel bestralingskater genoemd: algemene malaise, geringe misselijkheid en grote behoefte aan slaap (dag van de palliatieve zorg 2025). Haaruitval kan optreden bij schedelbestraling. Daarnaast zijn er nog lokale bijwerkingen in het bestraalde gebied: diarree bij darmbestraling en slikklachten bij bestraling van de oesofagus
Late bijwerkingen zijn de onverwachte en ongewenste effecten van bestraling die zich meestal uiten lang na het beëindigen van de bestralingsbehandeling. De kans op complicaties is minder goed voorspelbaar. De frequentie van voorkomen is in vergelijking tot de vroege bijwerkingen gering. Bij het ontstaan van complicaties spelen, behalve de gevolgen van de directe weefsel beschadiging tijdens de bestraling ook indirecte factoren een rol zoals de veel later optredende verminderde vascularisatie in het hoge dosis gebied.
De toediening van hormonen vindt vaak plaats bij mammacarcinoom, prostaatcarcinoom en het endometriumcarcinoom. Cytostatica (chemotherapie): deze vorm van medicamenteuze behandeling wordt vaak als curatieve behandeling gebruikt bij:hematologische maligniteiten, leukemie of maligne lymfomen. Kwaadaardige aandoeningen bij kinderen. Testis en choriocarcinoom. wat is palliatieve zorg?. Daarnaast wordt chemotherapie vaak gebruikt als onderdeel van een curatieve behandeling in de vorm van adjuvante chemotherapie
Latest Posts
Ergotherapie Palliatieve Zorg
Opleiding Palliatieve Zorg Belgie
Stoma Ileostomy